Nogah Hareuveni, Tree and Shrub in Our Biblical Heritage, [1984], 45 There is another biblical reference to a man with the name tzalaf -caper- "Hanun, the sixth son of Tzalaf" (Nehemia 3:30) among the returning Babylonian exiles who rebuilt the walls of Jerusalem.
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Na [52]hem verbeterden Hananja, de zoon van Selemja, en Hanun, de zoon van Zalaf, de [53]zesde, [54]een andere maat. Na hem verbeterde Mesullam, de zoon van Berechja, tegenover zijn kamer. 52. Anders, naast mij, en zo in vs.31, verstaande, dat Nehemia hier verhaalt wie aan zijn beide zijden gearbeid hebben, zonder uit te drukken wat hij gedaan heeft om anderen met zijn exempel voor te gaan; tonende alzo zijn nederigheid. Zie onder, hfdst.4 vs.16,23, en hfdst.5 vs.16. 53. Te weten, zoon van Zalaf, of, hij zelf de zesde. 54. Zie vs.11.